Belangrijke uitspraak: woonlast bij kinderalimentatie
Eerdere blog
Wij hebben al meerdere keren geschreven over de berekening van de kinderalimentatie en op welke wijze dit plaatsvindt. https://anderzadvocaten.nl/zorgkorting-en-kinderalimentatie-is-het-echt-zo-makkelijk/
Wooncomponent
In deze eerdere blog namen wij nog het duidelijke standpunt in dat bij de berekening van kinderalimentatie doorgaans geen rekening wordt gehouden met de daadwerkelijke woonlasten. Tot nu toe werd bij de berekening van de kinderalimentatie namelijk standaard rekening gehouden met een vaste wooncomponent ter grootte van 30 procent van het netto besteedbaar inkomen – wat je daadwerkelijke lasten ook waren. Dit gebeurde om het makkelijker te maken en voor de rechtszekerheid.
Recente uitspraak Hoge Raad
Hier komt echter langzaam verandering in. Dat heeft te maken met een recente uitspraak (van 16 april 2021) van de Hoge Raad. Kan er door de standaardberekening van de draagkracht (dus rekening houdend met een wooncomponent) niet volledig in de behoefte van de kinderen worden voorzien? En zijn de werkelijke woonlasten van de alimentatieplichtige duurzaam en aanmerkelijk lager dan de wooncomponent? Dan moet er een vergelijking worden gemaakt tussen de hoogte van de alimentatie bij een berekening op basis van de wooncomponent, en bij een berekening op basis van de daadwerkelijke woonlasten.
Valt de hoogte van de alimentatie bij een berekening met de standaard wooncomponent hoger uit dan bij een berekening met de werkelijke woonlasten? Dan kán een rechter ervoor kiezen om, gezien de draagkracht van de alimentatieplichtige, rekening te houden met de werkelijke woonlasten in plaats van de vaste wooncomponent. Doet de rechter dit niet, dan moet hij of zij grondig motiveren waaróm hij of zij dit niet doet.
Hoe zit het nu?
Op dit moment wordt uitgegaan van een formule bij de berekening van de draagkracht van de alimentatieplichtige.
De volgende formule wordt hiervoor gebruikt, waarbij NBI staat voor het netto besteedbaar inkomen van de alimentatieplichtige:
Bij een NBI van € 1.575: 70% [NBI – (0,3 x NBI + 905).
Het berekenen van het NBI wordt gedaan met behulp van een programma. Doordat op deze manier de draagkracht wordt berekend, betekent dat er voorheen dus geen rekening werd gehouden met de daadwerkelijke lasten. Naar aanleiding van deze uitspraak kan dat dus nu anders zijn. Wanneer kan hier dan sprake van zijn? Dat kan als de alimentatieplichtige bijvoorbeeld bij zijn of haar ouders woont of hele lage hypotheeklasten heeft.
Conclusie: vaker daadwerkelijke woonlasten
Als door het hanteren van de standaardberekening van de kinderalimentatie dus met de standaard wooncomponent niet in de volledige behoefte van de kinderen kan worden voorzien omdat de draagkracht lager is, dan kan een rechter rekening gehouden met de daadwerkelijke woonlasten als deze lasten duurzaam en aanmerkelijk lager zijn.
In de toekomst zal dit waarschijnlijk vaker gebeuren, vooral als er gezien de draagkracht van beide ouders niet kan worden voorzien in de behoefte van de kinderen.
Meer weten?
Maak dan een afspraak met Katelijne Baas, gespecialiseerd advocaat Familierecht. Bel ons of laat je gegevens achter, zodat wij contact met jou op kunnen nemen.