Wie mag er in de woning wonen na een echtscheiding?
Na een scheiding is het doorgaans geen optie meer om samen in één woning te blijven wonen. De meeste getrouwde stellen die uit elkaar gaan, maken hier gelukkig samen afspraken over. Maar dat lukt helaas niet altijd. Wat dan? In deze blog zetten we een aantal mogelijkheden op een rijtje.
Verblijf in de woning tijdens de echtscheidingsprocedure
Een eerste belangrijke vraag is wie er tijdens de echtscheidingsprocedure in de woning mag blijven wonen. Kom je hier samen niet uit? Dan kun je de rechtbank vragen om een zogenoemde voorlopige voorziening. De rechtbank neemt dan een beslissing over het “uitsluitend gebruik van de woning”, gedurende de tijd dat de echtscheiding loopt.
De rechter maakt hierbij een belangenafweging. Een belangrijke afweging hierbij is wie er het meest voor eventuele kinderen zorgt. Uitgangspunt is daarbij altijd dat kinderen zo lang mogelijk in de woning kunnen blijven wonen. Maar ook andere belangen kunnen een rol spelen bij de afweging van de rechter. Is er bijvoorbeeld sprake van speciale voorzieningen in de woning voor bijvoorbeeld een invalide? En heeft een van de partijen wellicht de mogelijkheid om elders te verblijven voor een voorlopige periode?
In de praktijk komt het uiteraard ook voor, dat beide partijen evenveel voor de kinderen zorgen en dat ze allebei niet ergens anders kunnen wonen. In dat geval kan de rechter oordelen, afhankelijk van de omstandigheden, dat de ouders om en om de woning uit moeten, terwijl de kinderen in de woning blijven wonen. Dus op het moment dat de ene ouder de zorg voor de kinderen heeft verblijft hij of zij in de woning, en omgekeerd.
Deze voorlopige voorziening geldt totdat de echtscheiding is ingeschreven bij de gemeente en je dus definitief gescheiden bent.
In de woning blijven wonen na de echtscheiding, maar de woning niet kunnen overnemen
Heb je er belang bij om nog even in de woning te blijven wonen totdat je iets anders gevonden hebt? Dan kun je hier samen afspraken over proberen te maken. Lukt dit niet? Dan kun je de rechtbank vragen om tot maximaal zes maanden na inschrijving van de echtscheiding in de echtelijke woning te blijven wonen. Voorwaarde is wel dat je al in de woning woonde gedurende de echtscheidingsprocedure. Ook goed om te weten: de andere partij kan je vragen om een gebruikersvergoeding voor de maanden die je nog in de woning blijft wonen.
Definitieve verdeling van de woning
Is er sprake van een huwelijk in gemeenschap van goederen? En valt de woning ook in de gemeenschap? Dan hebben beide partijen evenveel recht op het bewonen van de echtelijke woning en daarmee om de andere partner ‘uit te kopen’. Van belang is wel dat je de andere partner in financiële zin kunt uitkopen. Ook kan de uitgekochte partner daarmee ontslagen worden uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Bij een gezamenlijke financiering is ieder namelijk hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige schuld. Eventueel ontslag van hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat je daarna dus niet meer aansprakelijk bent voor de financiering van de (voormalige) woning.
Deze afspraken kun je gezamenlijk maken, maar je kunt dit ook voorleggen aan de rechtbank. Ook hier zal de rechter weer een belangenafweging maken, mochten beide partijen de woning willen overnemen.
Ook kan het zo zijn dat de woning verkocht moet worden. Dan kun je samen opdracht geven aan de makelaar of – als je hier samen niet uitkomt – dit aan de rechtbank voorleggen. Heb je samen een huurwoning? Dan kun je de vraag wie het huurrecht toekomt voorleggen aan de rechtbank.
Meer weten?
Maak dan vrijblijvend een afspraak met Katelijne Baas, gespecialiseerd advocaat familierecht bij Anderz Advocaten.